Mensen kijken door te “scannen”. We draaien onze ogen en hoofd. In ons brein vormt zich het beeld. En dat werkt anders dan een fototoestel. Voor schilders belangrijk om je daarvan bewust te zijn.
Zonder kleurinformatie zien we enkel nog tonen oftwewel grijzen varierend van wit naar zwart. Het afwisselend schilderen van lichte en donkere tonen maakt een schilderij boeiend.
Schaduw is de tegengestelde van licht. Hoe feller het licht, hoe donkerder de schaduw en schaduwzijde. Contrast is de verhouding tussen licht en donker.
Het intepreteren van een bepaalde kleur wordt sterk beïnvloed door aangrenzende kleuren en omgevingskleuren. Het is werkelijk frapant hoe ons brein ons voor de gek houdt.
Fibrerende kleuren, bewegende beelden … we zijn overtuigd van ons zicht en herinnering. In de praktijk zien we dingen die er niet zijn en zijn we een illusie rijker.